Het minimumloon in het Verenigd Koninkrijk 2023
Gevolgen voor het bedrijfsleven
Veel bedrijven waren tegen de invoering van het minimumloon, omdat ze bang waren dat ze daardoor niet meer konden concurreren of banen zouden moeten schrappen. Deze angsten zijn over het algemeen niet uitgekomen. Prijsstijgingen, productiviteitswinsten en bescheiden loonsverlagingen boven het minimum lijken de hogere personeelskosten voor de meeste bedrijven te hebben gecompenseerd.
Er zijn echter aanhoudende zorgen in sectoren die veel mensen in dienst hebben tegen het minimumloon, zoals detailhandel, horeca en sociale zorg. Deze industrieën zeggen dat grote minimumloonstijgingen het moeilijk maken om het bestaande personeelsbestand en de kwaliteit van de dienstverlening te handhaven. Werkgevers hebben vaak beperkte mogelijkheden om prijzen te verhogen in concurrerende markten.
Kleine bedrijven maken zich meer zorgen over de verhoging van het minimumloon dan grote bedrijven. Ze hebben minder snel reservemiddelen om hogere kosten op te vangen.
Over het algemeen vinden de meeste onderzoeken tot nu toe een minimale impact op de werkgelegenheid of de winstgevendheid van bedrijven. Maar er zijn zorgen dat dit kan veranderen als het minimumloon sneller blijft stijgen dan het gemiddelde loon.
Moet het minimumloon sneller omhoog?
Nu het nominale tarief in 2023 bijna £ 10 per uur zal bereiken, is het Britse minimumloon onbekend terrein betreden. Er is een actief debat over de vraag of en hoe snel het moet blijven stijgen.
Campagnegroepen zoals de Living Wage Foundation zeggen dat het minimumloon niet langer een fatsoenlijke levensstandaard biedt. Ze vinden dat de regering in het hele land een hoger minimumloon van £ 10,90 per uur moet instellen. Werkgeversgroepen waarschuwen er echter voor om niet te ver boven de markttarieven uit te gaan.
Er zijn ook oproepen van vakbonden en liefdadigheidsinstellingen voor armoedebestrijding om het minimumloon voor jongere werknemers sneller te verhogen. Momenteel komen jongeren onder de 23 alleen in aanmerking voor de lagere NMW-tarieven. Sommigen beschouwen dit als oneerlijke leeftijdsdiscriminatie.
Anderen beweren echter dat jonge werknemers al met belemmeringen worden geconfronteerd om aan het werk te gaan. Risico’s voor de werkgelegenheid van jongeren moeten daarom van het grootste belang zijn bij het vaststellen van hun loontarieven.
De regionale dimensie
Een ander probleem is of het minimumloon moet worden aangepast aan de kosten van levensonderhoud die in het VK verschillen. Het Centre for Cities stelt een Londense weging voor om rekening te houden met hogere kosten van levensonderhoud in de hoofdstad. Het minimumloon geldt momenteel uniform in alle regio’s.
Het tegenargument is dat één enkel nationaal tarief zorgt voor consistentie voor werkgevers. Het beschermt ook tegen het risico van een ‘race to the bottom’-dynamiek in verschillende Britse regio’s.
De vooruitzichten voor het minimumloon
Het kortetermijnpad van het minimumloon lijkt duidelijk – de Low Pay Commission zal waarschijnlijk gefaseerde verhogingen blijven adviseren om de doelstellingen van de regering te halen. Na 2024 is de toekomst onzekerder.
Nu de economie wordt geconfronteerd met hogere inflatie en het risico van een recessie, zijn er steeds meer vragen over hoe lang een snelle minimumloongroei kan worden volgehouden zonder aanzienlijk banenverlies.